Bestuurlijke voorgangers hadden slimme juridische loopgraven gemaakt ter bescherming van de cultuurhistorische waarden en economische belangen van het landelijk gebied waarvoor zij verantwoordelijk waren. Maar steeds heviger liepen hun opvolgers aan tegen de beperkingen van die loopgraven. Zeker toen de grote twee stadsregio’s, waar ze als subregio precies tussenin zaten, het aan belang en kracht wonnen. Een voor een begonnen de gemeentebesturen na te denken over hun eigen regionale positie. Maar individueel waren ze nog steeds te klein voor het tafellaken. Een van de wethouders regionale samenwerking met wie ik al even optrok bij een andere klus, zag dat het over een andere boeg moest en vroeg mijn hulp.
Benen op tafel
Samen nodigden we zijn vier collega-wethouders regionale samenwerking uit voor een serie ‘vrijdagochtend-bijeenkomsten’. Ontspannen gesprekken, losgekoppeld van de eerdere hectiek van die week, samen nadenken over de koers voor de regio. Altijd startend met een beetje theorie; altijd afsluitend met centrale inzichten en ‘huiswerk’ om eigen huis te delen met de ambtelijke en bestuurlijke collega’s. Met midden op tafel bouwblokken met potentiële regionale opgaven.
Terug naar de essentie
In de bijeenkomsten brachten we samen de subregio terug tot de bestuurlijke essentie: wat is ons gezamenlijke belang? Waarop zijn we elkaars bondgenoten? En hoe zijn we daarop afhankelijk van andere partijen op andere schaalniveaus? De gesprekken leidden, zonder dat dit vooraf de expliciete opdracht was, tot een eerste proeve van een ambitiedocument, met vijf strategische opgaven waarop ze samen beter wilden ‘dansen door de schalen’.
De boer op
Met die ambitie gingen de bestuurders de boer op. Eerst intern in de eigen colleges en organisaties. En daarna ook regionaal en politiek. Er klonk veel bevestiging op de geformuleerde ambitie. Daarom werd de volgende stap ingezet, namelijk de uitwerking van een bestuurlijke streekagenda. Op dat moment zat mijn rol erop en droeg ik de aanjaagwerkzaamheden over aan de interne collega’s op het gebied van regionale samenwerking.
Succesfactor
Belangrijke succesfactor in dit traject was de gecombineerde focus op inhoud en relatie. We stopten met staren naar het complexe web aan projecten waarin de subregio met elkaar (maar ook ‘naar boven en naar beneden’) verstrikt was geraakt. En we startten vanuit vrije ruimte: wat staat ons richting de toekomst te doen? En wat hebben we van elkaar nodig om samen boegbeeld te zijn van een frisse manier van samenwerken?